De veiligheidssituatie in Afrika staat voortdurend onder spanning. Jonge bevolkingen, hoge werkloosheid, gebrek aan gelijke kansen, urbanisatie, armoede en ongelijkheid, de aanwezigheid van veel wapens, zwakke overheden en de wijdverbreide corruptie zijn belangrijke drijfveren van conflict en geweld.[208] Ook de opkomst van drugssmokkel, mensenhandel, milieucriminaliteit, piraterij, witwassen, radicalisering, gewelddadig extremisme en terrorisme kan worden verklaard door politieke en bestuurlijke problemen waar veel landen mee kampen.[209] Hoewel oude dreigingen als de oorlogen van de jaren negentig in West- en Centraal-Afrika grotendeels zijn verdwenen, houden binnen-statelijke conflicten als de burgeroorlog in Zuid-Soedan het continent in hun greep. In Nigeria, Soedan, Zuid-Soedan, Somalië en de Democratische Republiek Congo (DRC) zorgt de alomtegenwoordigheid van gewapende niet-statelijke groeperingen voor grote aantallen doden.[210] Dit zijn dan ook de landen waar conflicten zich het meest uiten in aanvallen en/of andere vormen van geweld, zoals te zien in bijlage 2.[211] Het aantal doden als gevolg van eenzijdig geweld tegen burgers, van geweld tussen overheden en rebellen en van geweld tussen rebellen onderling is vanaf 2005 meer dan verviervoudigd tot in totaal 20.121 doden in 2014.[212] Wat niet-politiek geweld betreft, springt Zuid-Afrika er uit als land met zeer hoge aantallen moorden per hoofd van de bevolking.[213]
Sinds de millenniumwisseling is het Afrikaanse continent beter geïntegreerd in de mondiale economie - de legale zowel als de illegale - waardoor ook het aantal buitenlandse criminele entrepreneurs sterk is toegenomen.[214] Afrikaanse criminele netwerken zijn vaak moeilijk te onderscheiden of sterk verbonden met warlords en rebellengroepen die steeds sterker worden gedreven door winst dan door ideologie. Ook raken criminele netwerken steeds nauwer verweven met (politieke en militaire) statelijke actoren, wat tot een sterke institutionalisering van de georganiseerde misdaad heeft geleid.[215]
Factoren als gebrek aan burgerlijke vrijheden[216] en een sterk falen van de rechtsstaat[217] in fragiele staten uiten zich in Afrika in een veiligheidspatroon waarbij de landen die laag scoren op dergelijke dimensies een werkterrein of transitzone vormen voor criminele activiteiten, die vanuit stabielere buurlanden worden aangestuurd. Een reden hiervoor is dat de organisatie van criminele activiteiten gebaat is bij stabiliteit, bijvoorbeeld om winsten te stationeren en om te investeren, terwijl het uitvoeren van criminaliteit juist gedijt in niet-functionerende staten.[218] Voorbeelden van metropolen van waaruit grensoverschrijdend opererende criminele groepen hun handel drijven, zijn dan ook Johannesburg en Nairobi, steden in landen die voor hun regio betrekkelijk positief scoren op de eerder genoemde indexen.[219]
Hoewel een groot aantal ontwikkelingen de veiligheid op het Afrikaanse continent ondermijnt, wijst een analyse van relevante bronnen erop dat drugshandel, mensenhandel/-smokkel en milieucriminaliteit thans de meest prominente criminele dreigingen vormen. Deze onderwerpen worden, samen met ontwikkelingen op het gebied van terrorisme en radicalisering, hieronder uitgelicht. Overige opkomende veiligheidsthema’s komen kort aan de orde onder de horizon scan.
In het afgelopen decennium heeft de mondiale handel in verdovende middelen een steeds grotere veiligheidsimpact gekregen op het Afrikaanse continent. West-Afrika heeft zich sinds 2005 sterk ontwikkeld als doorvoerhaven van cocaïne uit Zuid-Amerika. In het bijzonder Brazilië dient als veelgebruikte vertrekhaven voor de cocaïne die via West-Afrika zijn weg naar Europa vindt. De gevolgen zijn sterk ontwrichtend gebleken voor de West-Afrikaanse kustlanden, vanaf Mauritanië in het noorden helemaal tot aan de baai van Benin meer zuidoostelijk.[220] Vooral de smokkel via commerciële vluchten en privévliegtuigen is toegenomen, al vindt tussen Zuid-Amerika en West-Afrika ook nog altijd veel smokkel via de zee plaats.[221] Deze trend loopt gelijk op met een sterke intensivering van het luchtverkeer tussen Brazilië en Afrika.[222] Naar Europa loopt het vervoer, zoals in het hoofdstuk over de MENA-regio beschreven, steeds vaker via de landroute door de Sahel en Noord-Afrika, vergemakkelijkt door onder andere de instabiliteit in Libië.[223] Volgens diverse rapporten lag de piek van de cocaïnestroom rond 2009, hoewel er recentelijk signalen zijn dat West-Afrika als transitregio weer in belang toeneemt.[224] De tussen 2009 en 2014 optredende daling in beslagleggingen kan bovendien duiden op een groeiende professionalisering en institutionalisering van de stroom.[225] Dat zou inhouden dat in toenemende mate de lokale elite en overheden, inclusief de rechtshandhaving, bij de handel betrokken zijn en hiermee voor lokale begrippen buitengewoon veel geld verdienen, wat een sterke ontwrichting van gehele samenlevingen teweegbrengt.[226]
Voor Oost-Afrika vormt heroïnesmokkel vanuit Pakistan en Afghanistan via kleine vissersboten (de zogeheten dhows) naar met name Tanzania de grootste criminaliteitsdreiging. Sinds 2010 is het aantal inbeslagnames sterk gestegen, wat kan worden verklaard door de onderbreking van de traditionele Balkan-route tussen Pakistan en Europa en de groei van zowel de Zuid-Afrikaanse als lokale afzetmarkt.[227] Hoewel ook deze ontwikkelingen een veiligheidsbedreiging vormen, is het effect op statelijk niveau minder ontwrichtend dan dat van de cocaïnehandel in West-Afrika. Een laatste opvallende ontwikkeling voor het gehele continent is de toegenomen productie en handel in methamfetamine. Productie vindt veelal plaats in Nigeria en Zuid-Afrika, terwijl Oost- en Centraal- Afrika respectievelijk als bron en doorvoergebied van precursoren worden aangemerkt.[228] Ook deze trend heeft een toename in lokale afzetmarkten veroorzaakt, met als gevolg dat over het gehele continent, maar in het bijzonder in Zuid-Afrika, Nigeria, Tanzania en Kenia, de gebruikersproblematiek groter is geworden.[229]
Onder het containerbegrip ‘milieucriminaliteit’ kunnen drie voor Afrika relevante criminaliteitsvormen worden onderscheiden, te weten: de stroperij van wilde dieren en de hiermee gepaard gaande handel in ivoor en andere dierlijke producten, met name in Zuidelijk en Centraal-Afrika; de illegale winning van natuurlijke hulpbronnen, zoals van mineralen en (edel)metalen in de DRC en olie in Nigeria; en het op grote schaal dumpen van elektronisch en schadelijk (toxisch) afval door internationale criminele ondernemingen, in met name West-Afrikaanse kustlanden. Deze vormen van criminaliteit hebben, net zoals de drugshandel en –productie, op verschillende regio’s een verschillende impact.
Illegale stroperij komt in vrijwel elk Afrikaans land met een populatie wilde dieren voor.[230] Het stropen van olifanten voor hun slagtanden (ivoor) concentreert zich in Centraal- en Zuid-Afrika, waar gemiddeld 211 ton ivoor per jaar wordt buitgemaakt. Hoewel het jaarlijks gemiddelde thans wel iets daalt, worden er nog steeds meer olifanten gedood dan dat er via natuurlijke aanwas bijkomen.[231] Daarnaast hebben vooral Zuid-Afrika en Namibië het afgelopen decennium te kampen met een sterke toename van het stropen van neushoorns. Via de havens van Tanzania en Kenia wordt de handel verscheept naar Azië, waar twee derde van de totale afzetmarkt door China en Vietnam voor hun rekening worden genomen.[232] De opwaartse trend van stroperij in Afrika kan worden verklaard door een sterk gestegen vraag in Azië, die weer wordt toegeschreven aan de algemene groei van het BNP in die regio.[233]
Als het gaat om de illegale verrijking van natuurlijke hulpbronnen, worden de DRC en omliggende landen als de CAR en Zimbabwe het meest getroffen.[234] De in deze landen veel voorkomende delfstoffen als goud, tin, koper, cassiteriet, colpan en verschillende diamantsoorten vormen een belangrijke bron van inkomsten voor rebellengroepen, zoals de Rwandese Democratic Forces for the Liberation of Rwanda (FDLR), maar ook voor corrupte hoge militairen van het Congolese leger (de FARDC).[235] Omdat rebellengroepen met deze inkomsten hun bewapening kunnen financieren, bestaat er een direct verband tussen dit fenomeen en de conflicten in de regio.[236] De jaarlijkse waarde van illegaal geëxploiteerde natuurlijke hulpbronnen in het oosten van de DRC wordt geschat op 1.25 miljard dollar. Via doorvoerlanden Burundi, Rwanda en Oeganda worden de delfstoffen door onder andere de Rwandese FDLR naar Kenia en Tanzania gesmokkeld, van waaruit zij wereldwijd wordt verscheept.[237] Eveneens zorgwekkende trends zijn de sterke stijging van illegale houtkap in West-Afrika, gedreven door een sterke toename van de vraag in China, en de aanhoudende diefstal van en handel in olie in Nigeria. Ook hier geldt dat de smokkel nauw verweven is met conflicten in de regio.[238]
Een relatief recente onder de aandacht gekomen vorm van milieucriminaliteit is het dumpen van elektronisch en schadelijk (toxisch) afval door westerse criminele ondernemingen. Voornamelijk vanuit Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en Italië is het afgelopen decennium een aanzienlijke stroom op gang gekomen naar West-Afrika, in het bijzonder Ghana en Nigeria, en in mindere mate via het Suezkanaal richting de oostkust van het continent.[239] Deze vorm van criminaliteit heeft zowel milieu-, gezondheids- als veiligheidsimplicaties voor de bestemmingslanden. Ladingen afval worden vaak aan incompetente lokale bedrijven verkocht, die het vervolgens illegaal dumpen. Gegevens uit gedumpte e-waste (harde schijven, telefoons) worden gebruikt om de oorspronkelijke eigenaren te chanteren, hetgeen laat zien dat het dumpen van elektronisch afval directe veiligheidsimplicaties voor herkomstlanden heeft.[240]
Mensenhandel is een wereldwijd veel voorkomende vorm van criminaliteit, waarbij het voor Afrika kenmerkend is dat binnenlandse mensenhandel sterk prevaleert, terwijl intraregionale stromen en interregionale stromen minder voorkomen. Grensoverschrijdende mensenhandel blijft grotendeels beperkt tot buurlanden.[241] Binnenlandse uitbuiting van meisjes en vrouwen uit zich voornamelijk in huishoudelijke slavernij en seksuele exploitatie, terwijl jongens en, in mindere mate, mannen gedwongen worden tot arbeid zoals straatverkoop en huishoudelijk werk, en in sectoren als de mijnbouw, landbouw, bouw en textielnijverheid.[242] Binnen Afrika vormt bovendien het ronselen van kindsoldaten door niet-statelijke gewapende groepen een vorm van mensenhandel, waarvan voornamelijk in de DRC, Oeganda, Soedan en de CAR kinderen het slachtoffer worden.[243] Een specifieke vorm van mensenhandel is seksuele uitbuiting van kinderen door toeristen. In toeristische trekpleisters in onder andere Kenia, Ethiopië, Benin, Kaapverdië, Guinee Bissau, Gambia, Senegal, Madagaskar en Zuid-Afrika zijn de afgelopen jaren gevallen van kindersekstoerisme aan het licht gekomen.[244]
Naast de binnenlandse uitbuiting zijn vanuit het continent als geheel twee sterke uitwaartse stromen te onderscheiden, namelijk van West-Afrika naar Europa en van Oost-Afrika naar het Midden-Oosten. De eerste stroom betreft voornamelijk jonge vrouwen uit Nigeria die in de gedwongen prostitutie terechtkomen. Na jaren van stabiliteit is deze stroom in 2015 en 2016 sterk toegenomen.[245] Wat betreft de oostelijke stroom is er naast gedwongen prostitutie sprake van gedwongen arbeid en huisslavernij.[246]
Eén van de problemen die achter deze vormen van mensenhandel schuilgaan, is de grote stroom irreguliere migranten die het gevolg is van conflicten, armoede en voedselcrises. Tussen 2005 en 2014 is het aantal binnenlandse ontheemden tot bijna tien miljoen gestegen. Het totaal aantal vluchtelingen en asielzoekers dat buiten het eigen land haar heil heeft gezocht, lag tussen 2005 en 2010 rond de 2,5 miljoen, maar is vervolgens rap toegenomen tot 4.4 miljoen in 2014.[247] Een aantal Afrikaanse landen huisvest een aanzienlijk deel van deze laatste groep, waaronder Zuid-Afrika (575.000), Ethiopië (663.000), Kenia (585.000) en Tsjaad (454.000).[248] De belangrijkste bronlanden voor irreguliere migratie liggen in de directe nabijheid: Somalië, Soedan, Zuid-Soedan, DRC en CAR. Migratie uit deze landen laat sinds 2009 een sterk opwaartse trend zien.[249] Oorzaken zijn onder meer de burgeroorlog in Zuid-Soedan en de terreur van Al Shabaab en verdere instabiliteit in Somalië.
Hoewel irreguliere migratie zelf geen vorm van criminaliteit is, gaat het vaak gepaard met mensensmokkel, waarbij migranten ten prooi kunnen vallen aan mensenhandel en andere vormen van criminaliteit. Dit patroon kan goed worden geïllustreerd met de irreguliere migratiestroom van Ethiopië en Somalië naar Jemen en Saoedi-Arabië. Smokkelaars rekenen voor de overtocht over de Rode Zee - die vaak gepaard gaat met seksueel misbruik, geweldgebruik, het overboord gooien van migranten, vrijheidsontneming, enzovoorts - exorbitant hoge prijzen. Bij aankomst worden migranten opgevangen door weer andere smokkelaars en staan ze opnieuw bloot aan gevaren zoals verkrachting of ernstig geweld. Tevens lopen migranten hier het risico ten prooi te vallen aan mensenhandelaren.[250] Al met al hebben irreguliere migratie en de daaraan verbonden vormen van criminaliteit een zware weerslag op de stabiliteit en ontwikkeling van het Afrikaans continent.
De gecoördineerde bomaanslagen op de Amerikaanse ambassades in Kenia en Somalië in 1998 vestigden definitief de internationale aandacht op Afrika als broeinest van terrorisme. De internationale opkomst van religieus islamitisch extremisme wordt in Afrika sterk gefaciliteerd door de al heersende problemen binnen het continent. De combinatie van langdurige conflicten, explosief gewelddadige crises, veelvuldig overheidsfalen, uitsluiting van minderheidsgroepen in politiek en maatschappij, massale armoede en ongelijkheid, en onderontwikkeling van perifere (grens)gebieden vormen zowel een ideale voedingsbodem als een werkterrein voor terroristische groeperingen.[251] Het aantal aanslagen in voornamelijk West-Afrika, de Sahel en Oost-Afrika is van 28 in 2006 gestegen tot 435 in 2015.[252]
Naast deze sterke groei van het aantal aanslagen kan in het afgelopen decennium, en voornamelijk sinds 2011, een aantal trends worden onderscheiden. Eén daarvan is dat netwerken als Boko Haram en Al Shabaab in toenemende mate aan elkaar en aan IS gelinkt zijn. Dit wordt mede veroorzaakt door de poreuze grenzen tussen de landen waarin deze groepen opereren.[253] Ook de scheidslijnen tussen grensoverschrijdende criminaliteit en terroristische netwerken zijn de afgelopen jaren vervaagd, daar beide vaak opereren in dezelfde gebieden, waar het ontbreekt aan effectieve overheidscontrole.[254] Met name in Somalië en Nigeria zijn terroristische groeperingen (respectievelijk Al Shabaab en Boko Haram) uit de grote steden verdreven en hebben ze zich moeten terugtrekken in perifere gebieden.[255] Daarnaast is er een trend waarneembaar in het soort doelwit van aanslagen, waarbij naast overheidsgebouwen in toenemende mate publieke ruimtes als markten, scholen, hotels, gebedshuizen en ook gehele dorpen getroffen worden,[256] met als gevolg een sterke toename van het aantal dodelijke burgerslachtoffers en ontheemden.[257] Ten slotte is er een trend van diversificatie en professionalisering in de modi operandi van terroristische groepen waarneembaar, waarbij behalve beschietingen en bomaanslagen steeds meer zelfmoordaanslagen en kidnappings plaatsvinden.[258]
In Oost-Afrika vormt het moslimfundamentalistische Al Shabaab de grootste terroristische dreiging. Na tot 2012 voornamelijk binnen (Zuid-)Somalië te hebben geopereerd, heeft de groep zich verder verspreid over Kenia en Tanzania. Hoewel de sinds 2014 aan Islamitische Staat gelieerde groep dus in een groot gebied actief is, is haar effectieve controle hierover maar zeer beperkt. De organisatie bestaat uit vele kleine cellen die alle het label Al Shabaab gebruiken; de uitschakeling met een drone van twee belangrijke leiders in juni 2016 lijkt tot nog toe weinig gevolgen te hebben.[259] Op lokaal niveau heeft de aanpak van de cellen meer effect: lagere overheden hebben de afgelopen jaren in Somalië gebied en daarmee stabiliteit teruggewonnen.[260] Nadat Kenia zich in 2012 in de strijd tegen de terreurgroep mengde, is het land opgeschikt door een aantal bloedige aanslagen, waarvan de schietpartij in het Westgate-winkelcentrum in 2013 en de bomaanslagen op twee bussen in 2014, beide in Nairobi, de meeste internationale aandacht hebben getrokken. Al Shabaab is echter ook berucht om haar aanvallen op overwegend christelijke dorpen, zoals die van juni 2014 in Mpeketoni (Kenia), waarbij meer dan 60 personen om het leven kwamen.[261]
Richten we de blik naar het westen, dan is de meest in het oog springende terroristische organisatie Boko Haram, actief in het noordoosten van Nigeria en over de grens in Kameroen en Tsjaad. Ook Boko Haram is streng moslimfundamentalistisch en heeft trouw gezworen aan IS, maar net als bij Al Shabaab lijkt er van operationele samenwerking met IS geen sprake te zijn. Hoewel na het uitroepen van een Kalifaat door Boko Haram in 2014 een tegenoffensief door Nigeria, Kameroen en Tsjaad de groep heeft teruggedrongen tot perifere (grens)gebieden, neemt het aantal terroristische aanslagen nog altijd toe.[262] Nigeria is verreweg het meest getroffen land op het continent, zo blijkt uit een nadere analyse van de GTD-data.[263] Geschat wordt dat door toedoen van Boko Haram in totaal meer dan vijfentwintigduizend mensen de dood hebben gevonden, en tussen de 1,2 en 1,5 miljoen burgers binnen Nigeria ontheemd zijn.[264]
Behalve de hiervoor besproken regio’s worden, zij het in mindere mate, de Sahel en Centraal-Afrika (CAR, DRC, Burundi) door terrorisme getroffen - voor de Sahel terrorisme van voornamelijk moslimfundamentalistische aard, voor Centraal-Afrika voornamelijk terrorisme door warlords en andere rebellengroepen. Voor alle getroffen regio’s zijn de gevolgen van het terrorisme groot. Op statelijk niveau zijn de effecten: a) ondermijning staatsveiligheid en staatsmonopolie op geweld; b) bedreiging voor soevereiniteit en territorialiteit van staten; en c) negatief effect op ontwikkeling en economische groei, in het bijzonder buitenlandse investeringen. Daarnaast is de humanitaire impact enorm: jaarlijks veroorzaakt terrorisme een groot aantal doden en ontheemden, wat zowel staten als regionale veiligheidsactoren zoals de Afrikaanse Unie voor enorme uitdagingen stelt.[265]
Met name West-Afrika is een belangrijke hub voor vormen van cybercrime als phishing en creditcard-fraude. In Ghana, Nigeria en Kameroen leverde de sector in 2013 zo’n 600 miljard dollar op.[266] Mede door de technologische ontwikkeling van Afrika als geheel, resulterend in een sterke toename van het aantal internetgebruikers op het continent, wordt cybercrime steeds geavanceerder.[267] Ook gebruiken terroristen het internet in toenemende mate voor propaganda en als rekruteermiddel.[268]
Zowel aan de West- als Oostkust van Afrika was piraterij tot 2012 een alsmaar groeiend probleem. In Oost-Afrika werd de piraterij voornamelijk georganiseerd vanuit havensteden in Somalië en Kenia, die buiten controle stonden van de overheden ter plaatse. Een aantal factoren heeft er echter voor gezorgd dat de piraterij na 2011 drastisch is ingedamd.[269] Zo varen schepen verder van de kust, zijn ze beter beveiligd, gaan onderhandelingen over losgeld steeds moeilijker, zijn veel kustplaatsen weer onder controle van de overheid, en heeft de internationale gemeenschap sterk opgetreden, onder andere door de inzet van de Combined Maritime Forces en de EU-missie EUNAVFOR.[270] In de Golf van Guinee richtte de piraterij zich voornamelijk op olietankers voor de kust bij Nigeria, maar in 2011 was er een plotselinge piek waarneembaar in aanvallen voor de kust van Benin, in 2012 gevolgd door een verdere verschuiving westwaarts richting Togo.[271] Aan de westkant van het continent vormt piraterij vooralsnog een aanhoudend probleem.[272]
Een ander probleem in Afrika is de stijgende aanwezigheid van namaakgoederen.[273] Naast allerhande consumptiegoederen vinden ook namaakmedicijnen van Indiase en Chinese afkomst in toenemende mate hun weg naar het Afrikaanse continent. Naar schatting is tussen de 10 en 30% van de medicijnen die in Afrika gebruikt worden imitatie, wat bij gebrek aan controle op de productie en kwaliteit gezondheidsrisico’s met zich brengt.[274]
Kenmerkend voor de illegale handel en smokkel in wapens is dat deze sterk wordt bepaald door de vraag naar wapens, en dus afhankelijk is van de mate waarin zich conflicten voordoen. Met betrekking tot Afrika kan worden vastgesteld dat Soedan, Oeganda en West-Afrika belangrijke bronnen en afzetmarkten voor de wapenhandel zijn, gezien de diverse langlopende conflicten.[275] Het uitbreken van het conflict in Libië heeft een grote stroom wapens via de Sahel richting West-Afrika op gang gebracht, wat beide regio´s, en voornamelijk Mali, verder heeft gedestabiliseerd.[276]
In een recent rapport van de US Department of State wordt een aantal Afrikaanse landen als major money laundering countries aangeduid. Dit zijn Guinee Bissau, Kenia, Nigeria, Somalië en Zimbabwe.[277] Witwassen is in Afrika vaak gekoppeld aan drugssmokkel (Guinee Bissau, Nigeria), illegale oliehandel (Nigeria) en/of terrorisme en piraterij (Somalië, Kenia).[278] Witwassen en financiële fraude zijn zowel oorzaak als gevolg van zwakke rechtsordes, corruptie en instabiliteit van economieën op het continent.[279] Opvallend voor geheel Afrika is de opkomst van een ongereguleerd schaduwbankwezen waarbij gebruikers op hun telefoon een rekening kunnen openen en via sms overboekingen kunnen doen. Door gebrek aan toezicht kunnen frauduleuze transacties via dit systeem gemakkelijk plaatsvinden.[280]
Veel van de hierboven beschreven criminaliteits- en veiligheidsproblemen in Sub-Sahara Afrika hebben een Europese en wellicht ook Nederlandse pendant. Het verband tussen de in dit hoofdstuk beschreven veiligheidsproblematiek en het politiewerk in Nederland is echter minder sterk dan dat hetgeen in het voorgaande hoofdstuk over de MENA-regio is beschreven. Hadden met betrekking tot de MENA-regio nog alle prominente veiligheidsproblemen een sterke en directe relatie tot het Nederlandse veiligheidsbeeld, in Sub-Sahara Afrika beperken meerdere problemen zich in eerste instantie tot de regio. De groei van het aantal terroristische aanslagen en de destabilisering van grote delen van de regio door crisis en conflict hebben echter weliswaar in beperkte mate directe effecten op het taakveld van de politie op Nederlands grondgebied, indirecte effecten die zich soms pas op termijn voordoen zijn er wel degelijk, denk met name aan migratiestromen, maar ook aan het ontstaan van free havens voor grensoverschrijdende smokkelcriminaliteit. De grote dynamiek van veiligheidsproblemen op het continent en de snel toenemende logistieke en digitale verbondenheid van Afrika met de rest van de wereld, geven aanleiding te verwachten dat het belang van deze regio voor het Nederlandse politiewerk de komende jaren zal toenemen.
Er bestaat een aanzienlijke logistieke link tussen West-Afrika en Europa wat betreft de smokkel van cocaïne.[281] Ongeveer 10% van de cocaïnestroom vanuit Zuid-Amerika naar Europa gaat via Afrika, waar Nederland en België na Spanje main points of entry zijn.[282] Naar de rol die Nederlandse (lucht-) havens bij deze smokkellijn spelen, zal meer onderzoek moeten worden gedaan. Tussen Oost-Afrika en Europa bestaat een soortgelijke logistieke link met betrekking tot de smokkel van opium en heroïne, al liggen de points of entry hier vermoedelijk meer in Zuid- en Zuidoost-Europa.[283]
Nederland wordt door UNEP aangemerkt als Secondary transit country voor de smokkel van hoorns van neushoorns vanuit zuidelijk-Afrika.[284] Het overgrote deel van deze smokkel heeft, net als in het geval van illegaal ivoor, Azië als eindbestemming en doet Europa niet aan.[285] Groter lijkt de rol van Nederland op het gebied van schadelijk (toxisch) afval en e-waste (elektronisch afval), dat vanuit Europa wordt verscheept richting Afrika. Nederland zelf produceert 1 tot 5 miljoen ton schadelijk afval, hetgeen minder is dan bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk, Italië, Frankrijk en Duitsland.[286] Maar gezien de logistieke knooppuntfunctie van de haven van Rotterdam, is het mogelijk dat Nederlandse bedrijven en infrastructuur betrokken zijn bij Europese afvalstromen naar Afrika.[287] Een voorbeeld is het Nederlandse bedrijf Trafigura, dat in 2006 het schip de Probo Koala, vertrokken vanuit Amsterdam, zo’n 500 ton giftig afval in Ivoorkust liet dumpen. Illegaal in de DRC gewonnen tin gaat voor een groot deel naar Belgische handelaren en zou dus op Nederlandse gebruikersmarkt terecht kunnen komen. Deze trend neemt af. Hetzelfde geldt voor de illegale handel in diamanten, waar de trend stabiel is.[288]
De conflicten en het terroristisch geweld in Afrika zijn zoals gezegd bronnen van migratiestromen - zowel direct (men vlucht voor geweld) als indirect (door onveiligheid kunnen gebieden die kampen met bijvoorbeeld voedselgebrek niet worden geholpen). De meeste mensen die vluchten voor geweld blijven echter binnen Afrika. De stroom vrouwelijke migranten vanuit West-Afrika naar West- en Centraal-Europa, waarvan het overgrote deel bestemd is om in de prostitutie te gaan werken, is niettemin de afgelopen twee jaar sterk toegenomen. Het overgrote deel van deze vrouwen komt Europa binnen via Italië.[289] In Nederland komen jaarlijks enkele tientallen Nigeriaanse vrouwen in beeld bij Nederlandse opsporingsautoriteiten als mogelijke slachtoffers van mensenhandel. De Nationaal Rapporteur Mensenhandel suggereert dat deze slachtoffers door cultuurverschillen en de internationale werkwijzen van daders moeilijk in beeld te krijgen zijn.[290]
De links tussen Al Shabaab en Europa in de zin van personenverkeer en persoonlijke connecties zijn beperkt, maar verdienen voortdurende monitoring, ook vanwege de aanwezigheid van een Somalische diaspora in Nederland.[291] Aanhangers van Al Shabaab reizen wel af naar Syrië en kunnen daar mogelijk met Nederlandse uitreizigers in contact komen. Van uitreizigers vanuit Nederland naar gebieden die onder controle staan van Al Shabaab of Boko Haram is vooralsnog, voor zover bekend, geen sprake. Wel zijn er onder de migranten die vanuit Afrika naar Europa zijn gekomen, personen geradicaliseerd.[292] De diversificatie van doelen (hotels, winkelcentra en andere publieke ruimtes) en methoden voor aanslagen in Afrika betekent een groter risico voor Nederlandse reizigers die naar landen als Kenia, Tanzania en Somalië gaan. Bij de aanslag in de Westgate shopping mall in Kenia is in 2013 een Nederlandse vrouw omgekomen; zeven andere Nederlanders konden op tijd vluchten.
In Afrika zijn zowel de drugsnetwerken als terroristische groeperingen vooralsnog voornamelijk gebaseerd op menselijke contacten.[293] Interessant is dat meerdere Britse en Nederlandse topcriminelen, al dan niet permanent, in Zuid-Afrika wonen en van daaruit aansluiting hebben op een kosmopolitische mengelmoes van criminele actoren uit de hele wereld.[294] Opvallend is ook dat Nederlandse Outlaw Motorcycle Gangs in toenemende mate in Zuid-Afrika actief zijn.[295]
Scorecard dreigingen Midden- en Zuidelijk Afrika en links naar Nederland |
Impact in Nederland |
|||
---|---|---|---|---|
Grootste dreigingen |
Link |
Aard impact |
Soort link |
|
Criminaliteit |
Afrika als logistiek knooppunt mondiale verdovende middelenhandel, met ontwrichtende effecten lokaal |
+ |
Complicatie detectie en opsporing drugstransporten |
Logistiek, sociaal, digitaal |
Milieucriminaliteit – stroperij, illegale mijnbouw en handel natuurlijke hulpbronnen en edelmetalen |
X |
Nederland mogelijk afnemer/doorvoerland |
Logistiek |
|
Milieucriminaliteit – dumping elektronisch en toxisch afval |
+ |
-Nederland als bron- en doorvoerland -Nederlandse slachtoffers blackmailing met gegevens gedumpte e-waste |
-Logistiek -Digitaal |
|
Destabiliserende effecten TOC op regio |
+- |
Mogelijke lange-termijn-effecten destabilisering: migratie, terrorisme en toename criminaliteit door free havens |
Lange termijn spill-over |
|
Terrorisme |
Mensenhandel van West-Afrika naar West- en Centraal-Europa |
+ |
Slachtofferschap mensenhandel in Nederland |
Sociaal, logistiek |
Openbare orde |
Terreinverlies, maar groeiend aantal aanslagen Al Shabaab en Boko Haram in Oost Afrika en Nigeria. Opkomst moslimfundamentalisme Sahel |
+- |
-Kleine kans aanslagen in Nederland of op Nederlanders -Migratie als mogelijk lange-termijn-effect |
-Logistiek -Lange termijn spill-over |
Fragiliteit grote delen regio (conflict, afwezigheid of betrokkenheid bestuur, migratie, radicalisering, georganiseerde criminaliteit) |
+ |
Root cause toename veiligheidsproblematiek op termijn en creëren criminele gelegenheden voor Nederlanders overzee |
Lange termijn spill-over en criminele gelegenheden |
|
Migratie intra- en intercontinentaal |
+ |
Humanitaire gevolgen, noodzaak versterking controle buitengrenzen, mensensmokkel en mensenhandel, polarisatie, verhoogde werkdruk door registratie en monitoring, langetermijneffecten destabilisering in de regio |
Sociaal, logistiek |
|
Horizon scan |
Cybercriminaliteit vanuit West-Afrika |
+ |
Richt zich onder meer op Nederlandse slachtoffers |
Digitaal |
Verschuiving piraterij van Oost- naar West-Afrika |
+- |
Mogelijk impact op Nederlands handelsverkeer |
Logistiek (hypothetisch) |
|
Namaakgoederen |
+- |
Mogelijk spill-over effecten in Europa, door stevige positie op Afrikaanse markt |
Logistiek (hypothetisch) |
|
Wapenhandel |
+- |
Mogelijk indirect effect door verslechtering leefklimaat lokaal -Criminele gelegenheden voor Nederlandse criminele organisaties. |
Hypothetisch |
Impact - Link: X=onbekend, +=wel, -=niet, +-= enig effect
Impact – Hoe?: Sociaal, cultureel, digitaal, logistiek
Volgens de Zuid-Afrikaanse denktank voor veiligheidsstudies ISS zijn verscheidene internationale actoren relevant voor de aanpak van de Afrikaanse veiligheidsissues die in dit hoofdstuk aan de orde zijn gekomen. In de eerste plaats zijn de Verenigde Naties met diverse offices, commissies en missies present, al worden deze actoren vaak gehinderd door een gebrek aan fondsen en/of capaciteit.[296] Zo heeft de UNOWA, de UN Regional Office for West Africa een direct mandaat om TOC tegen te gaan, maar onvoldoende capaciteit voor een daadwerkelijk krachtige aanpak. De UNODC heeft een mandaat voor het ondersteunen van staten in de implementatie van het VN verdrag inzake grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit (United Nations Convention against Transnational Organized Crime – UNTOC) en is voor Nederlandse politieliaisons in Afrika een belangrijke provider van strategische intelligence.[297] De implementatie van de gewenste regionale aanpak met meerjarenplannen is echter afhankelijk van de beschikbaarheid van donorfinanciering. Het UNDP is operationeel en verleent technische assistentie in individuele landen op gebied van anti-corruptie, de Rule of Law, en richt zich daarmee op het creëren van een omgeving waarin criminaliteit minder goed gedijt. Naast deze VN-actoren zijn er vele initiatieven van andere multilaterale actoren (zoals de EU en de World Bank) en van bilaterale actoren.
Binnen het continent zelf zijn er instrumenten van de African Union (AU) voor de aanpak van diverse thema’s die in dit hoofdstuk zijn besproken. De AU beschikt met het Plan of action on Drug Control 2013-17 over het enige instrument dat georganiseerde criminaliteit op het gehele Afrikaanse continent aanpakt.[298] Ook zijn er strategische ofwel operationele plannen voor de aanpak van corruptie,[299] mensenhandel,[300] wapens[301] en terrorisme[302] in geheel Afrika. Regionale initiatieven van de AU zijn bijvoorbeeld het ECOWAS Regional Action Plan to Address the Growing Problem of Illicit Drug Trafficking, Organised Crime, Drug Abuse in West Africa dat sinds 2008 operationeel is en tot gemengde resultaten heeft geleid. Kritiek op deze programma’s is dat implementatie gebrekkig verloopt en dat monitoring veelal achterwege blijft, waardoor weinig zicht bestaat op de effectiviteit. Er zou bovendien te weinig synergie bestaan tussen de verschillende projecten; initiatieven zijn geïsoleerd van elkaar en daarmee weinig doelmatig.[303] De AU-missie AMISOM wordt genoemd als de meest effectieve actor op het gebied van de aanpak van Al Shabaab. Waar nationale actoren zich vooral richten op de binnenlandse veiligheid, richt AMISOM zich op het elimineren van Al Shabaab als geheel.[304] In West- en Oost-Afrika zijn nog geen soortgelijke regionale strategieën ontwikkeld. In zuidelijk Afrika is het belangrijkste regionale rechtshandhavingsorgaan de Southern African Regional Police Chiefs Cooperation Organisation (SARPCCO). Ook het INTERPOL Subregional Bureau for Southern Africa in Harare (Zimbabwe) is in deze regio een relatief belangrijke speler. Oost-Afrika en de Hoorn van Afrika lopen het meest achter wat betreft regionale samenwerking tegen criminaliteit.
Uit interviews met Nederlandse liaison officers die in Afrika zijn gestationeerd, komt naar voren dat de politie in veel Afrikaanse landen weinig capaciteiten heeft om in te brengen in de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit. Veiligheidsdiensten spelen veelal een belangrijkere rol in de aanpak van zowel terrorisme als criminaliteit.[305] Het aantal landen dat beschikt over een Financial Intelligence Unit groeit, maar deze bureaus, van belang voor de aanpak van witwassen en fraude, zijn vaak onvoldoende geëquipeerd.[306] NGO’s worden door de liaison officers gezien als in toenemende mate van belang, vanwege hun betere informatiepositie en normstellende werking. Zo speelt een NGO als Terre des Hommes bij de bestrijding van kindersekstoerisme in veel Afrikaanse landen een rol die de lokale of nationale overheden laten liggen. Ook de samenwerking met de private sector zou verder ontwikkeld kunnen worden, bijvoorbeeld zeker waar beveiligers van mijnbouw, DHL, luchtvaartmaatschappijen en banken moeten voorzien in security gaps die de overheid laat vallen.[307]
Buitenlandse zusterorganisaties, in het bijzonder uit de Verenigde Staten (DEA, FBI, ICE), het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, zijn van belang als bronnen van intelligence en voor operationele samenwerking in Afrika. Het is gezien de verscheidenheid van activiteiten en netwerkpartners die EU-landen in Afrika onderhouden, raadzaam dat Europol een grotere rol speelt bij het poolen van capaciteiten en netwerken in relatie tot Euro-Afrikaanse veiligheidsproblemen.[308]