4.1 Veiligheidsbeeld

De politieke en veiligheidscontext van het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA) is sinds de Arabische Lente ingrijpend veranderd. Een golf van protesten en revoluties, geworteld in een behoefte aan democratisering, veranderde de regio in 2011 in een zone van instabiliteit. Autocratische regimes werden binnen enkele weken ten val gebracht. De ineenstorting van politieke systemen leidde in Libië en Jemen tot burgeroorlogen. Ook Syrië is verwikkeld geraakt in een complexe strijd met meerdere externe dimensies. De verzwakte overheden, verslechterde veiligheidsomstandigheden en hoge mate van corruptie in de regio hebben een vruchtbaar klimaat gecreëerd voor criminele en terroristische netwerken. De Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Qatar, die als uitzondering in de regio de golf van instabiliteit hebben kunnen ontwijken, zijn juist door het uitblijven van conflict een omgeving waarin criminele netwerken kunnen floreren.

Dit hoofdstuk schetst de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van criminaliteit en terrorisme binnen de MENA-regio en richt zich daarbij met name op migrantensmokkel, drugscriminaliteit en witwassen – thema’s die op basis van een literatuurscan en expertinterviews zijn geïdentificeerd als de belangrijkste veiligheidsfenomenen in de regio. Overige onderwerpen komen aan de orde in de horizon scan, waarna de ontwikkelingen in de MENA-regio worden gerelateerd aan de taken van de Nederlandse politie.

Migrantensmokkel

De toename van conflict en instabiliteit in de wijdere MENA-regio heeft geleid tot migratiestromen van ongekende omvang. Zo staken in 2015 meer dan een miljoen migranten de Europese grenzen over.‍[129] Het grootste gedeelte van de migranten blijft echter binnen de regio. Van de 24,8 miljoen mensen die in de periode 2005-2014 hun land in de MENA-regio zijn ontvlucht, zochten 18,2 miljoen mensen hun toevlucht elders in de MENA – verreweg de meesten daarvan zijn opgevangen in Libanon, Jordanië en Iran – en gingen er 5,7 miljoen naar Europa.‍[130] Naast economische migranten uit sub-Sahara Afrika ontvluchtten grote stromen vluchtelingen de burgeroorlogen in Syrië, Jemen en Libië en bleven oudere conflicten in Afghanistan, Irak, Soedan, Eritrea en Somalië vluchtelingenstromen genereren. Naast vluchtelingen uit de eigen regio heeft de MENA over dezelfde periode 2,4 miljoen mensen uit sub-Sahara Afrika en 9,2 miljoen uit Azië en Oceanië opgevangen, zie onderstaande tabel.

Totaal aantal vluchtelingen en asielzoekers – overzicht van alle regio’s van herkomst en bestemmingsregio’s, 2005-2014
Totaal aantal vluchtelingen en asielzoekers – overzicht van alle regio’s van herkomst en bestemmingsregio’s, 2005-2014

Bron: Analyse Clingendael op basis van database UNHCR

Vier belangrijke migratieroutes richting Europa doorkruisen de MENA-regio: de West-Afrikaanse route vanuit West-Afrika naar de Canarische eilanden; de West-Mediterrane route van Marokko naar Spanje; de Centraal-Mediterrane route van Noord-Afrika naar Italië; en de Oost-Mediterrane route van Turkije richting Griekenland en Bulgarije. Deze laatste route werd in 2015 het meest gebruikt (door 885,386 migranten).‍[131] Ook de Centraal-Mediterrane route trok veel migranten. Opvallend is dat in 2015 het aantal Syriërs dat van deze route gebruik maakte sterk afnam, terwijl een toenemend aantal West-Afrikanen deze route gebruikt om Europa te bereiken.‍[132] Door het blokkeren van delen van de Balkanroute en de Oost-Mediterrane routes kan deze Centraal-Mediterrane route in de toekomst ook onder andere groepen migranten weer populairder worden.

De verzwakte politieke structuren en grenscontrolesystemen maken de MENA-regio tot een lucratieve omgeving voor mensensmokkelnetwerken. Corruptie is hierbij een belangrijke faciliterende factor.‍[133] De belangrijkste migratieroutes doorkruisen dan ook de landen met de hoogste mate van corruptie in de regio, te weten Irak, Libië, Syrië en Iran.‍[134] De geschatte 90% van de migranten die tijdens hun reis gebruik van mensensmokkelaars, zij het georganiseerde smokkelnetwerken of lokale opportunisten,‍[135] creëren een erg lucratieve criminele bedrijfstak: schattingen van de wereldwijde opbrengsten liggen rond de 5 à 6 miljard USD per jaar.‍[136] Om aan de groeiende vraag te kunnen voldoen en hun opbrengsten verder te vergroten, nemen smokkelaars steeds grotere risico’s. Migranten worden bij het oversteken van de Middellandse Zee gedwongen aan boord te gaan van fragiele en overvolle boten. Ook geven de smokkelaars, om kosten te besparen, de boten onvoldoende brandstof mee, in de hoop dat de boot op zee zal worden gered door Europese marines of kustwachten. Als gevolg van deze praktijken zijn in 2016 tot nu toe 4.715 migranten verdronken of vermist geraakt op de Middellandse Zee, waarvan het merendeel op de Centraal-Mediterrane route, aldus de VN.‍[137] Dit is een flinke stijging in vergelijking met 2015, toen gedurende het hele jaar 3.770 migranten omkwamen op zee.‍[138]

Migrantensmokkel in de MENA-regio wordt georganiseerd door losjes verbonden smokkelnetwerken die zich uitstrekken langs de migratieroutes. Sommige smokkelnetwerken bieden volledige migratiepakketten aan waarbij de reis van begin tot eind wordt geregeld (inclusief transport, accommodatie en vervalste documenten). Aan het hoofd van deze netwerken staan smokkelbonzen (niet noodzakelijkerwijs afkomstig uit het land waar zij actief zijn), die beschikken over vastgoed en infrastructuur om migrantensmokkel te faciliteren.‍[139] Vaak regelen migranten hun reis echter in segmenten op knooppunten langs de route en maken zij gebruik van lokale mensensmokkelaars.‍[140] Belangrijke knooppunten op de voornaamste routes zijn Agadez (Niger), Tamanrasset (Algerije), Sebha (Libië) en de kuststeden van Marokko, Algerije, Libië en Egypte.‍[141] Op deze knooppunten zijn vaak veel verschillende smokkelnetwerken actief en is sprake van onderlinge concurrentie. Die concurrentie leidt niet tot (gewelddadige) conflicten tussen de groeperingen, maar wel tot oligopolievorming. Grotere smokkelnetwerken nemen hierbij de kleinere groeperingen over.‍[142] Een belangrijke faciliterende rol in smokkelroutes die de Sahara doorkruisen spelen de Touareg, de Tebu-stam en de Awlad Suleiman-stam. Met name de Tebu hebben hun positie sinds de Arabische Lente kunnen verstevigen.‍[143] Door hun kennis van de regio is hun facilitering van groot belang. Dit geldt niet alleen voor migrantensmokkel, maar ook voor andere vormen van smokkel. De belangrijkste knooppunten op de migratieroutes in de MENA-regio zijn namelijk ook belangrijke hubs op andere smokkelroutes, onder andere voor drugs, wapens, olie en gesubsidieerde goederen.‍[144] In hoeverre de bij deze vormen van smokkel betrokken netwerken elkaar overlappen, is nog onduidelijk.

Drugscriminaliteit

De verzwakte macht van centrale overheden, de poreuze grenzen en de hoge mate van corruptie in de MENA-regio creëren een vruchtbare voedingsbodem voor drugshandel. Na de Arabische Lente hebben drugssmokkelaars hun activiteiten in de regio kunnen uitbreiden, met name in Libië en Syrië. Libië heeft zich door het wegvallen van een centraal regime en zijn gunstige geografische positie ontwikkeld tot een aantrekkelijk doorvoerland voor smokkelaars die toegang zoeken tot de Noord-Afrikaanse en Europese markten. Zo lijkt de cocaïnesmokkel via Libië te zijn toegenomen.‍[145] Smokkelaars maken hierbij gebruik van bestaande routes (o.a. voor smokkel van cannabis) om de cocaïne vanuit West-Afrika via Zuid-Libië naar Egypte of Europa te vervoeren.‍[146] Ook functioneert Libië als belangrijk doorvoerland voor cannabis afkomstig uit Marokko. Naast Libië neemt ook in Marokko de handel in cocaïne toe.‍[147] Een deel van deze drugs komt rechtstreeks vanuit Zuid-Amerika naar Marokko, waarbij Casablanca een belangrijk knooppunt vormt.‍[148] Syrië heeft zich ontwikkeld tot een belangrijk productieland voor de in het Midden-Oosten populaire amfetaminetabletten ‘Captagon’.‍[149] De in Syrië geproduceerde pillen worden over land en per schip vervoerd naar landen in de regio, zoals Jordanië en de Golfstaten.‍[150]

Naast deze nieuwe ontwikkelingen blijven ook oudere smokkelroutes onverminderd relevant in de regio. De twee belangrijkste routes voor de opiumsmokkel, de Balkan- en de zuidelijke route, vertakken zich vanuit Iran richting Europa en het Midden-Oosten. Het berg- en woestijnachtige grensgebied tussen Iran, Afghanistan en Pakistan is moeilijk te bewaken, waardoor de goed georganiseerde en zwaarbewapende smokkelbendes hier vrij spel hebben.‍[151] Ook in de cannabissmokkel speelt de MENA-regio een belangrijke rol. Hoewel de Marokkaanse cannabisproductie de afgelopen jaren is afgenomen door sterker overheidsoptreden en verminderde vraag vanuit Europa, blijft Marokko de grootste cannabisproducent ter wereld en de belangrijkste leverancier voor de Europese markt.‍[152] Via smokkelroutes die zijn ontstaan in de jaren ’80 vindt de doorvoer van cannabis naar Tunesië, Libië en Egypte plaats.‍[153] De Europese markt wordt bereikt via de Spaanse enclaves Ceuta en Melilla en via boottransport over de Middellandse Zee.‍[154] De VAE en Qatar hebben de golf van instabiliteit die volgde op de Arabische Lente grotendeels kunnen ontwijken. In deze landen heeft juist het uitblijven van grootschalig conflict, waardoor de landen hun positie als belangrijke logistieke knooppunten verder hebben kunnen verstevigen, bijgedragen aan hun aantrekkelijkheid voor drugssmokkelaars.‍[155] De goede infrastructurele voorzieningen en de grote hoeveelheid vervoersbewegingen die samenkomen in de havens en luchthavens van de Golfstaten maken deze knooppunten aantrekkelijk voor het vervoer van drugs richting Afrika, Europa, Azië en Noord-Amerika. Uit het UNODC World Drug Report 2016 blijkt bijvoorbeeld dat, hoewel de Balkanroute nog steeds de belangrijkste opiumsmokkelroute blijft, de opiumsmokkel via de zuidelijke route (vanuit Afghanistan via Pakistan en Irak naar de Golfstaten) is toegenomen.‍[156] Met name de VAE, Saoedi-Arabië en Bahrein zijn belangrijke doorvoerlanden op de zuidelijke route. Ook de cocaïnehandel in de regio is toegenomen, voornamelijk in de VAE.‍[157] Dubai geldt al jarenlang als het belangrijkste logistieke knooppunt op het Arabische schiereiland, een positie die verder zal worden versterkt door de komst van een tweede internationaal vliegveld rond 2020. Qatar geldt sinds de ontwikkeling van het vliegveld van Doha als een logistiek knooppunt van toenemend belang en wordt daarmee mogelijk ook voor drugssmokkelaars een aantrekkelijker doorvoerland.‍[158]

Witwassen

De veiligheid en stabiliteit in de VAE en de grote behoefte aan buitenlandse investeringen heeft tot een massale instroom van mensen, goederen en kapitaal geleid. Een groeiend aantal criminelen, ook uit Nederland, vestigt zich in Dubai.‍[159] Criminele netwerken maken gebruik van de vraag naar kapitaal en de mogelijkheden die door het financiële systeem worden geboden om geld wit te wassen. Dit blijkt uit criminele geldstromen en reisbewegingen van criminelen die uitkomen in de VAE.‍[160] De Emiraten spelen een belangrijke rol in het netwerk van ondergronds bankieren (Hawala-bankieren). Bij deze informele vorm van bankieren laten financiële transacties nauwelijks sporen na, waardoor de herkomst van (op criminele wijze verworven) geld moeilijk traceerbaar is. Dit geeft criminelen de mogelijkheid geld wit te wassen of althans weg te sluizen. Ook de aanwezigheid van vrijhandelszones in de VAE biedt mogelijkheden om geld wit te wassen. De inmiddels bijna 40 zones in de VAE heffen geen invoerrechten of andere belastingen en hanteren minder strenge regelgeving om buitenlandse investeerders aan te trekken. Door de financiële mogelijkheden en goede voorzieningen hebben de Emiraten, in het bijzonder Dubai, zich ontwikkeld tot een ontmoetingsplaats voor criminele netwerken.‍[161] Dubai is voor hen een relatief veilig toevluchtsoord omdat de VAE met veel landen, waaronder Nederland, geen uitleveringsverdrag heeft. Daarnaast lopen onderzoeken naar belastingontduiking vaak spaak, omdat het land zelf geen belastingen heft. Onder andere als een gevolg van teruglopende olie-inkomsten zijn de Golfstaten van plan in 2018 een Btw-tarief in te voeren om zo hun inkomstenbronnen te diversifiëren. Hierdoor zouden in de toekomst belastingfraudeurs beter kunnen worden opgespoord.

Naast de VAE zijn ook Libanese en Marokkaanse groeperingen bij witwassen betrokken. Libanese netwerken zijn in de gehele regio actief in het witwassen van (drugs)geld door middel van Hawala-bankieren.‍[162] Marokkaanse netwerken zijn voornamelijk in Marokko zelf actief. Het geld dat zij in Europa verdienen met de handel in cannabis wordt in Marokko geïnvesteerd in onroerend goed en auto’s.‍[163] Ook vanuit Nederland gaan criminele geldstromen richting Marokko. Door een juridische omissie kan wel beslag worden gelegd op deze goederen, maar kan het vruchtgebruik gewoon doorgaan.‍[164]

Jihadisme

Door de verslechterde veiligheidssituatie en politieke instabiliteit die volgden op de Arabische Lente hebben terroristische netwerken hun greep op de regio kunnen verstevigen en is het aantal terroristische aanslagen in de regio sterk toegenomen, met name in Libië, Egypte, Jemen, Irak en Syrië.‍[165] De opkomst van Islamitische Staat (IS) in Irak en Syrië is door militaire aanvallen een halt toe geroepen. Dat de organisatie onder druk staat betekent echter niet dat deze bijna verslagen is: de afgelopen jaren heeft IS aangetoond een weerbare organisatie te zijn, die wereldwijd de grootste aantrekkingskracht heeft op jihadisten.‍[166] Daarnaast krijgt IS steun van andere jihadistische organisaties in de regio, al is de daadwerkelijke uitbreiding van het grondgebied van IS buiten Syrië en Irak beperkt.‍[167] Wel heeft de opkomst van IS geleid tot een concurrentiestrijd met Al’Qaida, waarin beide organisaties proberen hun invloedssfeer te vergroten.‍[168] Naast IS is in Syrië ook de jihadistische organisatie Jabhat Fatah Al-Sham (voorheen bekend als de aan Al’Qaida gelieerde groepering Jabhat Al-Nusra actief. Jabhat Fatah Al-Sham probeert zich te profileren als een gematigde organisatie, hetgeen door de NCTV wordt bestempeld als “façadepolitiek”.‍[169]

Naast Irak en Syrië heeft ook Libië zich ontwikkeld tot een aantrekkelijke uitvalsbasis voor jihadistische groeperingen. In de kuststad Derna is de jihadistische groepering Ansar al-Sharia actief.‍[170] Daarnaast is Libië voor diverse regionale terroristische groeperingen die onder druk staan door militaire operaties in Mali, Tunesië en Algerije een toevluchtsoord van waaruit zij hun activiteiten in de regio kunnen coördineren.‍[171] Vanuit de kuststreek (Benghazi, Derna) en het zuiden van het land organiseren terroristische netwerken hun training en bevoorrading en bereiden zij aanslagen in de regio voor (met name in Tunesië, Algerije en Mali).‍[172] De opkomst van Libië als safe haven heeft ertoe geleid dat jihadistische groeperingen in naburig Tunesië (Ansar al-Sharia in Tunesië (AST), Al’Qaida in de Islamitische Maghreb (AQIM) en Okba Ibn Nafaa en Algerije (AQIM en het aan IS-gelieerde Jund Al-Khalifah) zich hebben kunnen handhaven door het versterkte overheidsoptreden in hun eigen land te ontvluchten.‍[173] Ook IS gebruikte Libië als uitvalsbasis en opereerde vanuit de kuststad Sirte, maar is inmiddels uit de stad verdreven. De toegenomen aantrekkelijkheid van Libië voor terroristische groeperingen maakt het land een potentieel uitreisland voor Europese jihadisten, zeker wanneer Turkije besluit de grensbewaking te versterken waardoor uitreizen naar Syrië moeilijker wordt.

Ook in Egypte en Jemen is sprake van een proliferatie van jihadistische groeperingen. Na de val van Mubarak zijn in Egypte veel jihadisten vrijgelaten of ontsnapt uit de gevangenissen. Zij hebben hun positie in het land kunnen verstevigen, met name in de Sinaï-woestijn. De machtigste groepering in de Sinaï is het aan IS-gelieerde Ansar Bayt al-Maqdis, ook wel Wilayat Sinaï (provincie van IS in de Sinaï) genoemd.‍[174] In Jemen profiteert met name Al’Qaida op het Arabisch Schiereiland (AQAS) van de politieke instabiliteit.‍[175] De organisatie controleert op dit moment een aanzienlijk deel van de zuidelijke kustlijn van Jemen.‍[176] Ook IS heeft sinds het uitbreken van de burgeroorlog voet aan de grond gekregen in Jemen, al blijft het minder populair dan AQAS. Door de versterkte positie van beide jihadistische organisaties is Jemen aantrekkelijker geworden als uitreisland voor Europese jihadisten.

Tot dusverre zijn slechts enkele gevallen bekend van terroristische organisaties die betrokken zijn bij drugshandel, maar volgens Europol kunnen de banden tussen terrorisme en drugshandel in de toekomst sterker worden.‍[177] In een recent rapport geeft Europol aan dat terroristische groeperingen in Syrië en omringende landen de handel in cocaïne als een bron van financiering gebruiken.‍[178] Een opleving van de opiumproductie kan ertoe leiden dat terroristische organisaties ook dit als nieuwe financieringsbron gaan aanboren. Er zijn in de bronnen die voor dit Europol-rapport zijn geraadpleegd geen concrete aanwijzingen voor directe betrokkenheid van terroristische organisaties bij migrantensmokkel, maar wel voor hun faciliterende rol, namelijk door smokkelnetwerken tegen een vergoeding bescherming te bieden in hun gebied.‍[179]

Horizonscan

Cybercriminaliteit

Cybercrime komt op in de MENA-regio. Dat geldt vooral in de Golfstaten, waar het inmiddels tweede staat op de lijst van meest gerapporteerde economische misdrijven.‍[180] Een explosieve stijging van internetgebruik in de regio en veel investeringen in een goede en snelle ICT-infrastructuur, in combinatie met achterblijvende innovaties in beveiligingssystemen (“business first, security later”), het ontbreken van regulerende wetgeving, de ver ontwikkelde financiële infrastructuur en de bloeiende olie-industrie maken de golfstaten in het bijzonder een aantrekkelijk doelwit voor cybercriminelen.‍[181] Het verspreiden van spam, phishing, softwarepiraterij en creditcard-fraude komen veel voor, waarbij vooral de financiële sector en de olie- en gasindustrie een groot risico lopen.‍[182] Ook terroristische organisaties maken steeds meer gebruik van malware voor financiële doeleinden, rekrutering en propaganda.‍[183] Daarnaast worden in toenemende mate cyberaanvallen vanuit de MENA-regio uitgevoerd op buitenlandse doelen.‍[184] Om deze reden wordt Iran soms het nieuwe China genoemd.‍[185] Nederland komt in het vizier, omdat websites van Nederlandse handelaren in vrachtwagens of landbouwvoertuigen worden nagebootst om op die manier investeerders via het internet geld afhandig te maken.‍[186] Er is ook een stijgende trend in het aantal bulletproof hosting providers dat is gestationeerd in de MENA-regio en dat tegen lage prijzen onderdak biedt aan allerlei vormen van cybercrime.‍[187]

Namaakgoederen

De aanwezigheid van vrijhandelszones in de VAE, en Jebal Ali‍[188] in Dubai in het bijzonder, biedt mogelijkheden voor de handel in valse en vervalste producten. Uit gegevens van de EU Taxation and Costums Union blijkt dat 8% van de goederen die uit de VAE worden geëxporteerd vals of vervalst zijn. Daarmee is de VAE de op een na grootste bron van namaakproducten die worden onderschept aan de Europese grens.‍[189] Het gemak waarmee in de vrijhandelszones een nieuw bedrijf kan worden opgericht en de verminderde controle maken de zones interessant voor de handel in valse en vervalste producten. Ook worden in de zones producten omgelabeld om het herkomstland te camoufleren en zo belasting te ontduiken. Onder deze namaakproducten vallen o.a. uit Azië afkomstige namaakmedicijnen.‍[190] Gesmokkelde sigaretten, geproduceerd in Europa en Azië, vinden veelal via Jebal Ali hun weg naar Noord-Afrika.‍[191]

4.2 Relevantie voor de Nederlandse politie

De onstabiele MENA-regio is voor de Europese interne veiligheid van cruciaal belang als hub voor groeiende problematiek op het gebied van migratie, drugssmokkel en terroristische activiteiten. De voortdurende destabilisatie van de regio, waar de Arabische Lente tot toename van conflicten en criminele activiteiten heeft geleid, heeft een dermate groot veiligheidseffect op Europa, dat capacity building en activiteiten gericht op het versterken van de rechtstaat in deze gebieden een vrij directe link kunnen hebben met Europese en dus ook Nederlandse interne veiligheidsdoelen. De in dit hoofdstuk genoemde knooppunten en routes in Niger, Algerije, Libië en de kuststeden van Marokko en Egypte, zijn vanuit nationaal veiligheidsperspectief opportuun om dergelijke activiteiten op te richten.‍[192] Ook kan gedacht worden aan het ondersteunen van landen als Libanon en Jordanië die in de regio een grote migratiedruk ervaren, om te voorkomen dat deze in de toekomst zullen destabiliseren.

Vreemd genoeg komen de MENA-landen in het rapport ‘Criminele relaties’ amper als relevant naar voren. Alleen Marokko scoort het afgelopen decennium steevast hoog op de ranglijst van landen die - volgens de op de intensiteit van de opsporing geënte indicatoren - relevant zijn voor Nederland. Vooral arrestaties door de Marechaussee en de aantallen verdachte transacties richting Marokko lijken hier debet aan. Het aantal rechtshulpverzoeken (rhv’s) van en naar Marokko is vrij beperkt: rhv’s over en weer betreffen met name geweldsdelicten, witwassen en softdrugs.‍[193] Naast Marokko wordt in de categorie sub-toppers de VAE genoemd. De opsporingsrelaties, die op basis van data tot en met 2013 in beeld zijn gebracht, wijzen opmerkelijk genoeg geen enkel MENA-land als relevant aan voor de onderwerpen terrorisme en mensensmokkel.‍[194]

De effecten van de ongereguleerde migratiestromen via de MENA-landen zijn evenwel evident en in dit rapport al beschreven onder het hoofdstuk Europa. Ook wat verdovende middelen betreft, mag een effect van de smokkel vanuit de MENA-landen naar Europa op de Nederlandse verdovende-middelenmarkt worden verondersteld, uitgaande van een samenhangend karakter van de EU-drugsmarkt en van de functie van Nederland als logistiek knooppunt. Het is goed mogelijk dat van de verdovende middelen die in eerste instantie Zuid-Europese landen binnenkomen, bij aankomst in Nederland de link met MENA-landen in mindere mate wordt waargenomen of als minder relevant wordt gezien.

De sterke ‘criminele relatie’ tussen Nederland en Marokko hangt samen met de Marokkaanse migrantengemeenschap in Nederland en het is vanwege de brugfunctie die deze gemeenschap heeft van belang om veiligheidsontwikkelingen in Marokko nauwlettend te monitoren. De groeiende rol van Marokko op het gebied van cocaïnehandel, die voortborduurt op de al oudere handelsroute van cannabis uit dit land naar Europa, is relevant, temeer omdat Marokkaanse betrokkenheid bij georganiseerde drugscriminaliteit in Nederland en het toenemende geweldsniveau in de betreffende criminele scenes in de Randstad al enige tijd een bron van binnenlandse zorg zijn. Op het gebied van terrorisme is de MENA vooral van belang als regio waar jihad-strijders naar uitreizen, maar ook hier speelt de culturele connectie een rol: een aanzienlijk deel van de Nederlandse jongeren die voor de jihad naar Syrië reizen, heeft een Marokkaanse achtergrond.‍[195] Identificatie met strijdende groepen in dit conflictgebied en wellicht ook sociale connecties met sympathisanten, andere Syriëgangers of rekruteerders van strijdende groepen in Syrië spelen naar alle waarschijnlijkheid mee in de overwegingen van deze jongeren.

Opvallend is dat binnen de MENA behalve instabiele staten, juist stabiele staten criminele goederenstromen van en naar Europa faciliteren. De relatief stabiele VAE spelen een belangrijke rol als knooppunt van routes voor verdovende middelen, geldstromen en namaakgoederen. Net als Amsterdam en, zoals het hoofdstuk Midden-en Zuidelijk Afrika laat zien, ook Johannesburg, vervult Dubai een rol als mondiale ontmoetingsplaats waar criminele netwerken fysiek samenkomen en deze stad komt in Nederlandse opsporingsonderzoeken veelvuldig naar voren, zo wijst ook het rapport ‘Criminele relaties’ uit.‍[196] Dubai heeft naast de uitstekende financiële en fysiek-logistieke positie het ‘voordeel’ dat criminelen niet aan Nederland worden uitgeleverd.

Volgens de NCTV maken terroristische netwerken in sommige gevallen gebruik van migratieroutes om Europa te bereiken. De terroristen zijn moeilijk op te sporen, doordat zij gebruik maken van vervalste documenten en de controles aan de buitengrenzen van de EU niet waterdicht zijn. Desondanks is het opgaan in de vluchtelingenstroom een dure en gevaarlijke optie voor terroristische organisaties, die veel doorzettingsvermogen vraagt. Het zou voor deze organisaties bijvoorbeeld gemakkelijker zijn om Europese jihadisten in te zetten.‍[197]

Net als in het vorige hoofdstuk geeft onderstaande scorekaart op hoofdlijnen de verbanden weer tussen het politiegerelateerde veiligheidsbeeld in de MENA-regio en dat van Nederland.

Scorecard dreigingen MENA-regio en links naar NL

Impact in Nederland

Grootste dreigingen

Link

Aard impact

Soort link

Criminaliteit

Verdovende middelen

+

Europa, waaronder Nederland, belangrijk bestemmingsgebied

Uitwijking Nederlandse verdachten, geldstromen naar VAE en Marokko.

Logistiek, sociaal, digitaal

Witwassen

+

Complicaties traceren en afpakken crimineel geld van Nederlandse criminelen

Sociaal, logistiek

Migrantensmokkel

+

Nederland bestemmingsland migranten, complex aan secundaire veiligheidseffecten

Logistiek, sociaal, cultureel

Terrorisme

Destabilisering en conflict door terroristische organisaties

+

Aantrekkingskracht op FF, radicalisering, root cause migratie

Sociaal, cultureel, digitaal

Openbare orde

Destabilisering grote delen regio (conflict, afwezigheid bestuur, migratie, radicalisering, georganiseerde criminaliteit)

+

Toename en compliceren aanpak smokkelcriminaliteit naar Europa. Creatie ankerpunten geradicaliseerde moslims/uitreizigers. Root cause nieuwe migratiestromen.

Oorzaak/multiplier verschillende effecten (op termijn)

Migratie

+

Humanitaire gevolgen, noodzaak versterking controle buitengrenzen, mensensmokkel en -handel, polarisatie, verhoogde werkdruk door registratie en monitoring

Sociaal, logistiek, cultureel

Horizon scan

Cyber

+

Nederlandse targets en gedeelde cyber-infrastructuur

Digitaal, logistiek

Namaakproducten

+

Europa en vermoedelijk ook Nederland bestemmingsland en mogelijk transitfunctie Nederlandse infrastructurele knooppunten

Logistiek (hypothetisch)

Impact - Link: X=onbekend, +=wel, -=niet, +-= enig effect
Impact – Hoe?: Sociaal, cultureel, digitaal, logistiek

4.3 Relevante actoren

Naast de direct aan het politiewerk gelieerde EU-actoren zoals Europol, Eurojust en Frontex zijn ook de EU-actoren die betrokken zijn bij deze overzeese inspanningen potentieel relevant. Het grote probleem achter de migratiegolf uit en via de MENA-regio en achter een belangrijk deel van de plaatselijke criminaliteitsontwikkelingen is immers instabiliteit en gebrek aan een effectieve rechtsorde. De Europese Unie speelt in toenemende mate een rol bij pogingen om delen van de MENA en meer zuidelijk gelegen regio’s te stabiliseren, de ontwikkeling van de rechtsorde te bevorderen en soms ook bij een meer directe aanpak van de in dit hoofdstuk geïdentificeerde veiligheidsissues, zoals migratie en terrorisme.‍[198] Zo kent de EU civiele of hybride conflictbeheersingsmissies; in Noord-Afrika zijn de missies Sophia en EUBAM Libya gericht op het tegengaan van mensensmokkel via de Middellandse Zee en op het versterken van de veiligheidssector in Libië. Het op enigerlei wijze bijdragen aan dergelijke missies is een mogelijkheid voor de Nederlandse politie om stabilisatie in de regio te helpen bevorderen, waarbij de kennis van relevante en anderszins moeilijk toegankelijke regio’s kan worden uitgebreid.‍[199] Ook de diplomatieke posten van de EU in de regio (de EU-delegaties) en activiteiten in het kader van het EU-partnership Framework, dat in juni 2016 is gelanceerd en uitwerking geeft aan de EU-Agenda voor Migratie, zijn de moeite van het verkennen waard. Op het gebied van migratie wordt de EU-samenwerking met landen als Jordanië en Libanon geïntensiveerd en zoekt de EU naar mogelijkheden Libië te betrekken bij migratie-management-activiteiten.‍[200]

In de VAE werkt de Nederlandse politie thans vooral samen met de formele veiligheidsactoren zoals politiediensten, immigratiediensten, douane en justitie. Er is nauwelijks samenwerking met NGO’s; de reden daarvoor ligt in het sterk operationele karakter van deze liaisonpost: met een grote workload aan opsporingsonderzoeken op het gebied van witwassen en drugshandel.‍[201] De huidige politiesamenwerking met Noord-Afrikaanse landen richt zich eveneens vooral op de formele overheidsinstanties. Toch wordt in de bestrijding van kindersekstoerisme in deze regio wel samengewerkt met NGO’s, bijvoorbeeld met ECPAT, een organisatie die campagne voert tegen seksuele uitbuiting van kinderen.‍[202]

De bestaande samenwerking met veiligheidsactoren in de regio verloopt soms moeizaam door gebrek aan kennis en kwaliteit bij de plaatselijke overheidsinstanties. Vaak wordt bij samenwerkingsverzoeken van de Nederlandse politie om hulp gevraagd bij het ontwikkelen van het plaatselijke opsporingsapparaat; hulp die maar beperkt geboden kan worden, gezien het feit dat de mogelijkheden voor strategische politiesamenwerking beperkt zijn tot een kleine groep landen (zoals in hoofdstuk 1 van dit rapport al werd aangehaald.‍[203] Wel zou samenwerking met particuliere beveiligingsorganisaties en met Nederlandse bedrijven die door gebrekkige lokale Rule of Law-structuren hun eigen veiligheidsmaatregelen hebben moeten nemen, bijvoorbeeld Shell en Heineken, verder ontwikkeld kunnen worden.‍[204] Voorafgaand aan dergelijke samenwerking zullen dan de rol en de doelstellingen van het bedrijf als security actor of als potentiële bron van inlichtingen moeten worden onderzocht.‍[205]

Gezien het belang van de MENA-regio voor de aanpak van terrorisme in Nederland - of het nu gaat om de gebieden waar terroristische organisaties over territorium beschikken of om Marokko, waar vermoedelijk veel kennis ligt over Nederlandse jihadistische uitreizigers – is informatie-uitwisseling met de plaatselijke en/of Nederlandse veiligheidsdiensten essentieel. Met de AIVD en de MIVD kan uitdrukkelijker gezocht worden naar overlap in activiteiten en naar mogelijkheden om intensiever gezamenlijk op te trekken.‍[206] Britse en Franse opsporingsdiensten zijn in verschillende delen van de regio goed gepositioneerd; intensivering in de samenwerking voor het wederzijds benutten van netwerken, expertise en informatie lijkt dan ook mogelijk.‍[207]

Europol, Migrant smuggling in the EU (2016) 5, zie ook de veiligheidsanalyse in bijlage 3.
UNHCR database, zie veiligheidsanalyse in bijlage 2, Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Frontex, Risk Analysis for 2016 16.
Ibidem, 20.
Europol, Migrant smuggling in the EU (2016) 12.
Op basis van data van Transparancy International, heeft Clingendael een trendanalyse uitgevoerd van Corruption Perceptions met betrekking tot de MENA-regio in de periode 2005-2014.
Europol en Interpol, Joint report on Migrant Smuggling Networks – Executive Summary (mei 2016) 4.
Ibidem.
Wilmer Heck, ‘Meer Migranten Verdronken’, NRC Handelsblad (6 December 2016), geraadpleegd op 6 december 2016 via link.
IOM, Over 3,770 Migrants Have Died Trying to Cross the Mediterranean to Europe in 2015 (31 december 2015), geraadpleegd op 19 september 2016 via link.
Interview met Floor El-Kamouni – Janssen op 21 oktober 2016.
UNODC, Organised Crime and Irregular Migration from Africa to Europe (2006).
Interviews met Fransje Molenaar op 8 september 2016 en met Floor El-Kamouni – Janssen op 21 oktober 2016.
Europol en Interpol, Joint report on Migrant Smuggling Networks – Executive Summary (mei 2016) 8.
Interview met Floor El-Kamouni – Janssen op 21 oktober 2016.
Daveed Gartenstein-Ross, Nathaniel Barr George Willcoxon et al., ‘The Crisis in North Africa: Implications for Europe and Options for EU Policymakers’, Clingendael Report (april 2015).
UNODC, World Drug Report 2016 39.
Gartenstein Ross, ‘The Crisis in North Africa’ 47; UNODC, The Afghan Opiate Trade and Africa: A Baseline Assessment (2016) 33.
Interview Liaison Officer Nederlandse Politie op 26 september 2016.
Interview Liaison Officer Nederlandse Politie op 26 september 2016.
‘Captagon: The Amphetamine Fuelling Syria’s war’, The Guardian (13 januari 2014), geraadpleegd op donderdag 15 september 2016 via link.
UNODC, World Drug Report 2016 54.
UNODC, The Globalization of Crime: A Transnational Organized Crime and Threat Assessment (2010) 110.
UNODC, World Drug Report 2016 43.
Wolfgang Lacher, ‘Organized Crime and Conflict in the Sahel-Sahara Region’, The Carnegie Papers (september 2012) 5-6
Gartenstein Ross, ‘The Crisis in North Africa’ 51.
Interview Liaison Officer Nederlandse Politie op 8 september 2016.
UNODC, World Drug Report 2016 29.
Ibidem, 39.
Interview Liaison Officer Nederlandse Politie op 8 september 2016.
Interview Liaison Officer Nederlandse Politie op 8 september 2016.
Ibidem.
Ibidem.
Ibidem.
Interview Liaison Officer Nederlandse Politie op 26 september 2016.
Ibidem.
Global Terrorism Database, zij veiligheidsanalyse in bijlage 2.
NCTV, Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 42 samenvatting (juli 2016).
Ibidem.
Ibidem.
NCTV, Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 41 samenvatting (maart 2016) 4.
Interview met Floor El-Kamouni – Janssen op 21 oktober 2016.
Gartenstein Ross, ‘The Crisis in North Africa’ 17.
Ibidem; NCTV, Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 41 samenvatting 5.
Gartenstein-Ross, ‘The Crisis in North Africa’.
NCTV, Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 41 samenvatting 5.
Ibidem, 4-5; US Department of State Bureau of Counterterrorism and Countering Violent Extremism, Country Reports on Terrorism 2015.
Kees Homan, ‘Jemen: een ‘vergeten oorlog’’, Atlantisch Perspectief 4 (september 2016) 13-18.
EMCDDA en Europol, EU Drug Markets Report Strategic Overview (2016) 22.
Ibidem, 22.
Interview met Floor El-Kamouni – Janssen op 21 oktober 2016.
PWC, Global Economic Crime Survey 2016: Middle East report (2016); Interview Liaison Officer Nederlandse Politie op 8 september 2016.
Mohamed N. El-Guindy, ‘Cybercrime in the Middle East’, ISSA Journal (juni 2008), geraadpleegd op 22 september 2016 via link; Emily Taylor, ‘The Internet in the Gulf Countries: How Issues of Internet Access and Cybercrime Impact the Region’, International Security Department (januari 2016) 8,9.
El-Guindy, ‘Cybercrime in the Middle East’; Deloitte, Financial crime in the Middle East and North Africa, the need for forward planning (2015).
Taylor, ‘The Internet in the Gulf Countries’ 8,9
Ibidem, 8.
Cylance, Operation Cleaver (2014).
Interview Liaison Officer Nederlandse Politie op 8 september 2016.
Symantec’s Managed Adversary Threat Intelligence (MATI), ‘Project Desert Host: Three Identified Bulletproof Hosting Providers’, DeepSight Intelligence - Intelligence Report (20 juli 2016).
Eén van de grootste containerhavens ter wereld.
UNODC, The Globalization of Crime: A Transnational Organized Crime and Threat Assessment (2010) 179.
Interpol, Pharmaceutical Crime and Organised Criminal Groups. An analysis of the involvement of organized criminal groups in pharmaceutical crime since 2008 (2014) 9; UNODC, Transnational Organized Crime in West Africa: A Threat Assessment (2013) 41; UNODC, World Wildlife Crime (2016) 44; UNODC, Transnational trafficking and the rule of law in West Africa: A Threat Assessment (2009) 27-29; UNODC, Migrant Smuggling in Asia, Current Trends and Related Challenges (2015) 46.
UNODC, Transnational trafficking and the rule of law in West Africa: A Threat Assessment (2009) 29.
Interview Liaison Officer Nederlandse Politie op 26 september 2016.
Tussen 2000 en 2013 schommelde Marokko tussen de 5e en 11e plaats. Verg. Nationale Politie, Landelijke Eenheid, Criminele relaties tussen Nederland en andere landen 2014 20.
Nationale Politie, Landelijke Eenheid, Criminele relaties tussen Nederland en andere landen 2014, 75 78.
R. Bergema en S. Koudijs, ‘Nederlandse jihadisten in Syrië en Irak: een analyse’, in Internationale Spectator 10 69 (2015).
De VAE vallen in 2016 in de categorie ‘more stable’ binnen de Fragile State Index van de Fund for Peace, samen met landen als Tsjechië en Italië. Zie link. Zie de voor de regio relatief gunstige positie van deze landen volgens de Ease of Doing Business Index de veiligheidsanalyse in bijlage 2. Aan de functie van Dubai als criminele ontmoetingsplaats waar ook Nederlandse criminelen op afkomen werd gerefereerd in: Interview Liaison Officer Nederlandse Politie op 26 september 2016.
NCTV, Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland 42 samenvatting.
Dick Zandee, Hans Hoebeke,Hans Merket et al., ‘The EU as a security actor in Africa’, In-depth study Clingendael Monitor 2016 (2016), 44.
Verg. Franca van der Laan, Luc van de Goor, Rob Hendriks et al., ‘The future of police missions’, Clingendael report (februari 2016), 94-113
European Commission, ‘Commission announces New Migration Partnership Framework: reinforced cooperation with third countries to better manage migration’, European Commission press release (7 juni 2016), geraadpleegd op 13 oktober 2016 via link.
Interview Liaison Officer Nederlandse Politie op 8 september 2016.
Interview Liaison Officer Nederlandse Politie op 26 september 2016.
Interviews Liaison Officers Nederlandse Politie op 8 en 26 september 2016.
Interview Liaison Officer Nederlandse Politie op 26 september 2016
Vergelijk over de positieve maar ook negatieve bijdrage die bedrijven kunnen leveren in instabiele regio’s: M. Appiah en E. Jackson,, ‘Social Responsibility and Human Security in Fragile States - Private Sector Engagement in Peacebuilding’, The Hague Institute for Global Justice Policy Brief 16 (november 2015).
Interview Liaison Officer Nederlandse Politie op 26 september 2016
Ibidem.