Research

Europe and the EU

Op-ed

Referendum over zinloze franje

13 Oct 2015 - 10:37
Bron: Source: Flickr / CC / Visionello

De EU-kritische beweging GeenPeil heeft in korte tijd richting de half miljoen steunbetuigingen opgehaald. Hiermee is de weg naar een EU-referendum over het technische associatieverdrag met Oekraïne op indrukwekkende wijze geopend. Uit de grote steunbetuiging moeten conclusies getrokken worden, ongeacht de uitkomst van het referendum.

Het lijkt erop dat dit keer de les hetzelfde is als in 2005 toen Nederland ook met een EU-referendum worstelde: pas op met hoogdravende en overbodige symboliek, of dat nu gaat over een Europees volkslied of over verwijzingen naar Europese aspiraties van Oekraïne.

Nederland is wat de EU betreft een no-nonsenseland. Zinvol EU-beleid is hier kansrijk. Echter, EU-bravoure of verdergaan dan nodig is valt slecht in Nederland - en dan liggen onvoorspelbare referenda op de loer.

Het akkoord met Oekraïne omvat een kort politiek deel en een lijvig 300 pagina's tellend economisch deel. Het economische hoofdbestanddeel streek Poetin tegen de haren in. Het politieke omhulsel, getuige het GeenPeil-succes, valt slecht bij ons.

Bij de Russen zaaiden de economische paragrafen angst omdat Rusland liever een gedestabiliseerd Oekraïne ziet dan een land met bloeiende handelsbetrekkingen met de EU. Rusland reageerde hard op het associatieakkoord door de Krim te bezetten en door de Oekraïense burgeroorlog te voeden.

Al werden de Russische gevoeligheden volstrekt onderschat, het versterken van de economische banden met Oekraïne valt goed te verdedigen. Door de handelsliberalisatie krijgen Oekraïense producten makkelijker toegang tot de Europese interne markt en wordt de Europese markt uitgebreid met een kleine 50 miljoen Oekraïense consumenten.

Het was moeilijk te voorzien dat het onbelangrijke en korte politieke deel van het associatieakkoord hier gevoelig zou liggen. Dat de Russen amper moeite hebben met dit deel geeft aan dat het handjevol pagina's politieke mooipraat vooral symbolische retoriek is zonder waarde.

De inleiding en de eerste delen van het akkoord hadden simpelweg korter en minder hoogdravend kunnen zijn zonder het akkoord te schaden. Zinvol zijn zinnen over het versterken van democratie, van de kwaliteit van de rechtspraak en van de aanpak van grensoverschrijdende criminaliteit.

Problematischer zijn verwarrende teksten over 'geleidelijke convergentie op het vlak van buitenlands beleid en veiligheid, zodat Oekraïne nog meer wordt betrokken bij de Europese ruimte van veiligheid'. Dit is niet alleen taaie leesstof, er staat ook niets dat iemand bindt. Ronduit dubieus zijn referenties aan 'Europese ambities' van Oekraïne omdat er nu simpelweg geen perspectief op uitbreiding is. Voor mensen die er meer achter willen zoeken leveren verwijzingen naar 'geleidelijke economische integratie en de verdieping van de politieke associatie' knuppels om honden te slaan. En dat terwijl er concreet weinig staat.

Vage zinnen over 'de bevordering van respect voor de beginselen van soevereiniteit, territoriale integriteit [en] onschendbaarheid van de grenzen' schrikken enorm af, terwijl de EU hiermee echt niet belooft oorlog te voeren met Rusland om Oekraïne.

Het politieke deel van het associatieakkoord dat dit referendum uitlokt valt daarmee in de categorie: ook al baat het niet, het kan wel schaden. De EU gebruikt vaker symbolisch taalgebruik waar onnodige problemen van komen. Een historische doelstelling van de EU is om te komen tot een 'Ever Closer Union'. Eigenlijk weet niemand wat dat betekent maar Cameron is bereid er een 'in of uit' referendum over te houden in het Verenigd Koninkrijk. Ook referenda-uitlokkers als de 'Grondwet' van 2005 met 'Europese vlag' en 'volkslied' overschatten het draagvlak voor Europese symboliek.

De opdracht aan EU-onderhandelaars is daarmee om vooral zakelijke teksten te produceren en om holle ambities te vermijden. Liever handelsliberalisatie met Oekraïne dan een afgeschoten tekst. Voor onderhandelaars zal het niet altijd makkelijk zijn om onhaalbare beloftes te voorkomen. In het oosten van de EU wordt positiever naar uitbreiding met Oekraïne gekeken dan hier.

Het associatieakkoord is natuurlijk ook een onderhandelingscompromis. De Nederlandse onderhandelaars moeten alert zijn op de gevoeligheden van de verdeelde Nederlandse achterban. De les van GeenPeil aan onderhandelaars is om niet thuis te komen met vage zinnen die aanleiding geven tot misverstanden over verdere integratie, federalisatie of Europese uitbreiding. Onze diplomaten zullen moeite moeten doen om uit te leggen aan hun Europese collega's dat ongefocuste retoriek niet werkt.

GeenPeil heeft een schot voor de boeg gegeven. Meer aanzetten tot referenda op Europese onderwerpen zullen ongetwijfeld volgen. De Nederlandse ambtenaren en politici die in de Europese onderhandelingscircuits opereren zijn gewaarschuwd. Commissievoorzitter Juncker en Commissaris Timmermans hameren op 'Europa moet groot zijn op grote dingen en klein zijn op kleine dingen'. Nu GeenPeil zijn - slecht gepoetste - tanden heeft laten zien, moet dit in de praktijk gebracht worden.

Europese neigingen tot vage beloftes of federale grootspraak moeten verdwijnen en onderhandelingen moeten focussen op beleid waar de Europese meerwaarde duidelijk is. Referenda over zinloze teksten kunnen voorkomen worden en dan blijven eventuele zinvolle referenda over.