Grexit en de Europese mythes

22 Jun 2015 - 17:08
Source: Greek Euros / Flickr / heipei / cc

Ook vandaag nog horen we zware dreigementen over het gevaar van een grexit. Maar klopt dat wel of probeert Europa ons en vooral de Grieken bang te maken?

In 2005 probeerde toenmalig minister van economische zaken in Nederland, Laurens Jan Brinkhorst, de bevolking te motiveren om vóór de Europese grondwet te stemmen door te dreigen met ‘anders gaat het licht uit’. Als het echt belangrijk wordt ontstaat de neiging om simplistische bangmakerij in de strijd te gooien. Kennelijk is een volwassen debat over de EU nog steeds moeilijk en is het makkelijker om zwart-wit tegenstellingen te gebruiken: U bent voor of u bent tegen, er is geen weg terug of er komt oorlog, de EU laat Griekenland zinken of de EU geeft Griekenland een perspectief.

Nu de Griekse crisis in een nieuw (maar nog onduidelijk) vaarwater komt kunnen de balansen van de laatste maanden opgemaakt worden. Het Griekse drama gaf inzichten in hoe de EU functioneert.

Geweld met woorden

Van alle thema’s die we kunnen aansnijden om de grexitepisode te evalueren is er één die eruit springt: het geweld waarmee economen, politici en commentatoren hun meningen hebben geponeerd. Veelal gevat in enkele zinnen werden de zwaarste bedreigingen over de Europese burgers uitgestrooid als Griekenland niet gered zou worden binnen de eurozone. Uitvergroting, simplisme, extreme dreigementen en emotionele beeldspraken zijn veelvuldig gebezigd.

In België waarschuwde De Morgen commentator Bart Eeckhout met een herhaling van de ‘bloedige Europese geschiedenis’ als de EU doorgaat met het vernederen van de Grieken. De Europese houding wordt samengevat als ‘de Grieken moeten bloeden’. Hitler snorretjes en andere bedenkelijke toespelingen zijn veelvuldig langsgekomen in beeld en woord.

De tweede wereldoorlog is nog steeds de ultieme dooddoener in actuele Europese vraagstukken. Apocalyptische beeldspraken werden ook gebruikt door economen bijvoorbeeld door te waarschuwen dat de grexit een ‘perfect storm’ zou zijn. De boodschap van de parallel is duidelijk: de grexit is een alles verwoestende orkaan. Griekse politici als Tsipras en Varoufakis zijn veel Europese commentatoren voorgegaan in het uitdragen van kennelijk onvermijdelijke rampen voor bijvoorbeeld Italië mocht Griekenland de euro verlaten. In Nederland heeft liberaal Kamerlid Wouter Koolmees herhaaldelijk gewaarschuwd voor ‘het’ besmettingsgevaar. Financiële markten zouden het idee kunnen krijgen tegen bijvoorbeeld Spanje te gaan speculeren.

Onvermijdelijk zijn ook de vele terloopse verwijzingen geweest naar ‘de’ geopolitieke gevaren van de grexit. Geopolitiek, hoe abstract ook, bleek de afgelopen maanden een handige strohalm om, zonder veel verdere overwegingen, het gevaar van de grexit te onderstrepen. De Griekse overheid heeft deze angst waarschijnlijk actief aangewakkerd door Poetin een aantal keren te bezoeken en te bellen. De instabiliteit van de regio rond de Bosporus met het emanciperende Turkije en het dubieuze Rusland heeft Griekenland gewicht gegeven.

Echter, hoe dat gekoppeld is aan de grexit is niet precies duidelijk geworden en de grexit is niet hetzelfde als navo-exit. Vaak kwamen de geopolitieke dreigementen niet veel verder dan een enkele zin. Dreigementen moet je vooral kort houden.

Stop dat zwart-wit dreigen

Eén vraag die gesteld moet worden is waarom in de EU in zulke sterke en historisch zwaarbeladen beeldspraken gesproken moet worden. Het heeft er de afgelopen maanden op geleken dat de EU en de euro zwakker zijn voorgesteld dan nodig. Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat de EU of de euro uit elkaar vallen door de grexit.

De stabiliteit van de eurozone is van zeer veel meer afhankelijk dan van Griekenland. Financiële markten hebben ook echt niet een grexit nodig om op het idee te komen om andere landen te gaan aanvallen. Dat financiële markten Italië niet op de korrel nemen komt, onder andere, door de ECB. Mogelijk is er wel enig financieel besmettingsgevaar en dat zou een liberaal politicus als Wouter Koolmees ook gewoon ‘risico’ of ‘marktwerking’ kunnen noemen in plaats van ‘besmettingsgevaar’.

Het geopolitieke gevaar is ook niet direct afhankelijk van wel of geen grexit. Binnen of buiten de euro, Griekenland heeft een risicovolle positie in relatie tot Rusland of Turkije. Het is nog maar de vraag of het werkelijk zoveel veel voordelen biedt om een chantabel Griekenland binnen de eurozone te hebben, of de EU geen grip op Griekenland heeft buiten de eurozone, en of de Grieks-Russische vriendschap zo aanlokkelijk is voor een land dat onder het juk van oligarchen probeert uit te komen.

Evenzo is voorzichtigheid geboden rond platitudes over de EU die Griekenland zou laten vallen of over weigeringen van de eurozone om schulden af te schrijven. De nuance in EU-debatten bleek vaak het eerste slachtoffer.

De EU en de eurozone zijn geen kasplantjes die gepresenteerd moeten te worden als kwetsbaar. Het uitvergroten van angsten toont het gebrek aan vertrouwen in de weerbaarheid van de EU en de euro. Eén les van de afgelopen maanden is dat we af moeten van angsten, overstatements en zwart-wit denken. De EU is volwassener dan veel commentatoren en politici denken.